De meerbladige bladeren zijn tot 4,75 lang. De bloeiwijze draagt een of meer bloemhoofdjes omzoomd met uitgespreide of gekrulde, puntige phyllaries. De kop heeft een centrum van veel gele schijfbloemen en een rand van veel lavendel tot paarse straalbloemen, elk 0,3 tot 0,7 lang. De vrucht is een platte achene van ongeveer 1 cm lang inclusief de pappus.