De bladeren zijn afwisselend gerangschikt en zijn plat, leerachtig, lansvormig tot eivormig, dof of grijsgroen, 6 tot 12 cm lang en 1 tot 3 cm breed en drie tot acht keer zo lang als breed. De aren bevatten 5 tot 18 groepen bloemen in drieën en zijn tot 4 cm in diameter en 2 tot 5 cm lang. De meeldraden zijn wit, crèmekleurig of groenachtig en zijn gerangschikt in 5 bundels rond de bloem, met 5 tot 10 meeldraden per bundel.