Dennstaedtia wilfordii
De wortelstok is lang en kruipt zijwaarts, met een diameter van ongeveer 4 mm en bruine beharing. De bladsteel is ongeveer 5 tot 30 cm lang en het bovenste deel is groen tot strokleurig en het is donkerbruin en glanzend naar de basis. Het is echter vaak overal roodbruin. Het blad is 10 tot 30 cm lang en 3 tot 8 cm breed en heeft een over het algemeen elliptische lancetvormige vorm, met een snede van tweemaal tot driemaal geveerd samengesteld blad. Het is heldergroen en met gras begroeid. De vleugels zijn breed ovaal en hebben een kort handvat, de lobben zijn diep gesneden en langwerpig in de vorm van een lancetvormig, met scherpe of doffe tanden aan de randen. Op het eerste gezicht ziet het er kaal uit, maar kleine haartjes zijn schaars genoeg om zichtbaar te zijn wanneer ze met een loep worden bekeken. Er zijn veel variaties in bladvorm en snijomstandigheden, en bladeren zonder sporangia zijn meestal klein en ondiep. De vorm van de envelop is echter niet duidelijk komvormig zoals bij andere soorten van het geslacht, maar ziet er eerder uit als een zak aan de kant van het blad.