Englerophytum magalismontanum
Het zaad is groot, glad en hard en is bedekt met een zacht membraan. Hun biseksuele bloemen zijn even druk op de stam en takken en ruiken sterk naar gistende honing. Kronen zijn dicht bladachtig en afgerond, bijna vertakt tot aan de basis, met bladeren vol aan uiteinden van takken, dicht bedekt met goudbruine fluweelachtige haren onderaan, en vaak met een witachtige indumentum erboven.