Knorringia sibirica subsp. sibirica
Soorten met een knorringia sibirica subsp. sibirica zijn meerjarige kruidachtige planten die tot een lengte van ongeveer 16 uit een slanke, vaak vertakte wortelstok groeien. De bladeren zijn afwisselend gerangschikt, meestal gelobd, gedragen op een korte vijfzijdige bladsteel met twee verschillende vleugels. De bloeiwijze is een pluim bestaande uit een paar trossen of een enkele tros. De bloemen hebben meestal vijf groenachtig witte tepalen en acht meeldraden, opgenomen in de bloem. De vruchten zijn in de vorm van achenen. De zaden hebben een dikke buitenlaag en een zeer dunne binnenlaag. Het is inheems in Centraal-Azië en Siberië.