Laportea cuspidata
De stengel is groen en rechtopstaand, met een hoogte van 80 tot 110 cm. De stengels, bladeren en bloeiwijzen hebben ook steken en zijn pijnlijk aan te raken. De bladeren wisselen elkaar af, hebben een lange bladsteel en de bladbladen zijn rond tot breedovaal, 8 tot 20 cm lang en 5 tot 15 cm breed. De randen zijn grof, scherpe zaagtand, de onderste is kleiner, de bovenste is groter en de bladpunt heeft een lichte staart. Het bloemenseizoen loopt van juli tot september. Eenhuizig. De mannelijke bloeiwijze komt uit de onderste bladknop, vertakt zich in een groot aantal kegels van 5 tot 10 cm lang en hecht een groot aantal mannelijke bloemen. De mannelijke bloemen zijn wit en klein, met 5 peulen en 5 meeldraden. Een paar of veel vrouwelijke bloeiwijzen staan vanaf de bovenste bladknoppen, reiken tot een lengte van 20-30 centimeter zonder vertakking en vormen een groot aantal vrouwelijke bloemen. De vrouwelijke bloem is groen en klein, met vier bloembladachtige kelkblaadjes en één stijl, en een wit draadachtig stigma. De vrucht wordt een vervormde ovale vrucht van ongeveer 1,8 mm lang.