Ravenea is kleine tot grote palmen, met solitaire, robuuste grijze stengels, gezwollen aan de basis en geleidelijk taps toelopend naar boven. De bladeren zijn veervormig samengesteld, opnieuw verdubbeld, eerst rechtopstaand dan gebogen, gedraaid in de buurt van de top; met talloze overvolle smalle geribbelde blaadjes. De bloeiwijze is kort, gedragen door de bladeren; de vrucht is een rode steenvrucht. Dit geslacht omvat ongeveer 20 soorten. Ze zijn allemaal inheems in Madagaskar en de Comoren.